2.5.1 Nederlands (CE en IE), rekenen en Engels (CE en IE)
Iedere MBO-student moet aan het eind van zijn/ haar opleiding voldoende kennis hebben van de Nederlandse taal en rekenen. Voor lezen en luisteren Nederlands leg je een centraal examen (CE) af. De overige examens Nederlands en rekenen zijn instellingsexamens (IE). Volg je een opleiding op niveau 4, dan geldt dit ook voor het verplichte vak Engels. In onderstaand schema zie je uit welke onderdelen Nederlands, rekenen en Engels bestaan en op welk niveau je deze vakken volgt.
De rekeneisen wijzigen m.i.v.schooljaar 22/23. De onderdelen zijn al standaard aangepast. De niveaus 2F en 3F gaan er uit en dit wordt dan entree, mbo-niveau 2, mbo-niveau 3 en mbo-niveau 4
Centraal examen: | Instellingsexamens: |
Lezen en luisteren | Spreken |
Gesprekken voeren | |
Schrijven |
Instellingsexamen: | |
1. Grootheden en eenheden | |
2. Oriëntatie in de twee- en driedimensionale wereld | |
3. Verhoudingen herkennen en gebruiken | |
4. Procenten gebruiken | |
5. Omgaan met kwantitatieve informatie |
Centraal examen: | Instellingsexamens: |
Lezen en luisteren (B1) | Spreken (A2) |
Gesprekken voeren (A2) | |
Schrijven (A2) |
Je kunt kiezen voor examinering op een hoger niveau voor de generieke vakken. Dit moet je schriftelijk aanvragen
Meer info hierover kun je vinden op Regelingen Summa (paragraaf algemene exameneisen Nederlands, Engels en rekenen)